We wéten het en we vergeten het (te vaak): “Wantrouwen maakt wantrouwen, vertrouwen schept vertrouwen”.
Vertrouwen is het gevoel: “Ik ben veilig, ik weet dat je me steunt en achter me staat”. Vertrouwen is verbonden met het vrijkomen van oxytocine, een neurotransmitter die een rol speelt bij liefde, verbinding aangaan en samenwerken.
Neurowetenschappers interpreteren oxytocinestijging in ons brein als de verwachting van welwillendheid. Wantrouwen daartegenover is verbonden met het vrijkomen van cortisol (het angsthormoon) en anticipeert op kwaadwil.

Ons brein pikt signalen van vertrouwen en van wantrouwen tegelijkertijd op en verkeert daardoor vaak in staat van onzekerheid.

Dat is niet bevorderlijk voor onze gemoedsrust. Door je voor te bereiden, je opstelling slim te bepalen, kun je echter verwachtingen van wantrouwen naar vertrouwen verschuiven.
Hoe? Je raadt het vast al: ga het gesprek in en aan met een open, niet oordelende ‘mindset’. Wees nieuwsgierig zonder voorbehoud, toets je aannames en trek niet meteen je conclusie. Op die manier bereidt je je eigen brein én dat van de ander(en) voor om te kiezen voor beïnvloeding door vertrouwenssignalen en niet zozeer die van wantrouwen.
Zodra we kiezen om vertrouwen als insteek te nemen voor onze gesprekken heeft dat onmiddellijk impact op de gezondheid van onze relaties.
Dus maak daar een goede gewoonte van en constateer zelf de tastbare resultaten….