Heb jij ruggengraat? Dit artikel gaat over persoonlijk leiderschap, neuroplasticiteit en innerlijke stevigheid en veerkracht:

In een sessie vertelde een leidinggevende over een teamlid die volgens hem “geen ruggengraat” had.

Toen ik doorvroeg wat hij daarmee bedoelde, vertelde hij dat het betreffende teamlid moeite had met standvastigheid, geen duidelijke positie innam, het lastig vond om moeilijke gesprekken te voeren en ook pest-gedrag vertoonde.

Of mijn cliënt daarin gelijk had, was voor onze sessie niet van belang. Wat wél relevant was: wat zegt deze constatering over zijn eigen leiderschap? Wat roept het op, en wat vraagt het?

Leidinggeven begint immers altijd bij jezelf. Daar wringt het vaak. En daar ontstaat ook groei.

De uitdrukking “geen ruggengraat hebben” duikt vaak op in situaties waarin morele moed en innerlijke stevigheid nodig zijn.

Wat ik heb geleerd — zowel in mijn functionele rollen als in mijn persoonlijke ontwikkeling — is dat ruggengraat geen vast gegeven is.

Het is geen karaktertrek die je hebt of mist.

Het is iets dat je kunt ontwikkelen. Door zelfkennis, veerkracht, het bewust worden van je waarden, en het trainen van je vermogen om met uitdagende situaties om te gaan.

De ruggengraat: meer dan een metafoor

Vanuit mijn neuroplastische blik ging ik verder nadenken over de functie van de ruggengraat — letterlijk én figuurlijk.

De wervelkolom is niet alleen een symbool voor kracht en standvastigheid, maar vormt ook de fysieke kern van ons zenuwstelsel. Ze verbindt brein en lichaam, en transporteert signalen over houding, spanning, veiligheid en dreiging.

Ons lichaam speelt een cruciale rol in ons vermogen om te leren en veranderen.

Niet alleen het denken is van belang; ook houding, ademhaling, spierspanning en bewegingspatronen beïnvloeden hoe we reageren op stressvolle situaties.

Dankzij de neuroplasticiteit van ons zenuwstelsel kunnen we ineffectieve, vaak onbewuste stressreacties herzien en vervangen door nieuw, constructief gedrag.

Van oordeel naar onderzoek

In het geval van het teamlid dat werd bestempeld als iemand “zonder ruggengraat”, helpt het om die uitdrukking niet als oordeel te nemen, maar als uitnodiging tot onderzoek.

Misschien is er sprake van een aangeleerde stressrespons, waarbij confrontatie automatisch wordt vermeden.

Het lichaam trekt zich bijvoorbeeld letterlijk terug: ingezakte houding, lage spiertonus, aarzelende stem. Of het lichaam voelt zich aangevallen en gaat zich verdedigen.

Niet uit onwil, maar vanuit diep ingesleten strategieën voor zelf-regulatie die ooit nuttig waren, maar nu belemmerend werken.

In de communicatie tussen neuronen ligt de ingang tot verandering.

Via lichaamsbewustzijn, reflectie en her-reguleren van onderliggende neurale netwerken kan een nieuwe innerlijke houding ontstaan.

Zo rechten we onze rug. Steviger, helderder, en meer in verbinding met jezelf én met anderen.

Wist je dat neuronen niet alleen in je brein zitten?

Ons zenuwstelsel is verspreid over ons hele lichaam en de neuronen communiceren met elkaar

Neuronen — de communicatiestations van ons regulatie systeem — zijn niet beperkt tot de hersenen:

  • In het brein sturen ze denken, emoties en beweging aan.

  • In het ruggenmerg vormen ze een snelle verbinding tussen brein en lichaam.

  • In het perifere zenuwstelsel zorgen ze voor aansturing van spieren, organen en klieren.

  • In de darmen (ons ’tweede brein’) zitten zo’n 500 miljoen neuronen die invloed hebben op stemming en gedrag.

  • In het hart bevindt zich een eigen netwerk van neuronen dat betrokken is bij emotie- en hartritmeregulatie.

  • In de huid registreren neuronen informatie als temperatuur, druk en pijn — essentieel voor contact en veiligheid.

Innerlijke stevigheid ontwikkelen we dus niet alleen mentaal, maar juist ook via het lichaam. Hoe we staan, ademen, kijken en voelen beïnvloedt rechtstreeks hoe we denken, spreken en besluiten nemen.

Kleine stappen van moed maken het verschil

Zoals Laura Crawshaw, bekend als ‘The Boss Whisperer’, schrijft in haar boek ‘Grow Your Spine & Manage Abrasive Leadership’, in haar benadering voor managers die hun pestende meerdere willen aanspreken:

Hoe kan het management effectief zijn als leiders geen ruggengraat tonen — te zwak of te bang om een intimiderende leider aan te spreken?”

Persoonlijk leiderschap vraagt om moed. En moed ontwikkel je in kleine stappen.

Door te leren luisteren naar de signalen van je lichaam en deze serieus te nemen.

Want je lichaam liegt niet. Het reageert sneller dan je denken en geeft daarmee toegang tot diepere lagen van bewustzijn en verandering.

Supervisie en executief coaching als veilige leeromgeving

In een veilige leeromgeving, zoals supervisie of executive coaching, kun je oefenen met het versterken van je innerlijke ruggengraat.

Niet alleen mentaal, maar ook fysiek, emotioneel en neurofysiologisch. Zo ontwikkel  je vermogen om stevig te staan, helder te spreken, empathisch te luisteren en krachtig te handelen — ook als het spannend wordt.

Door bewust te werken aan de neuroplasticiteit van je brein, ruggenmerg, zenuwstelsel, darmen, hart en huid, bouw je aan veerkracht van binnenuit — in denken, voelen én handelen.

Want uiteindelijk is persoonlijk leiderschap niet zozeer wat je doet, maar wie je durft te zijn.

Zo groeit leiderschap dat staat, naar leiderschap dat draagt — jezelf, je team en de uitdagingen van het moment.

Interesse?

Wil je meer weten over het functioneren van je brein en lichaam en hoe je van daaruit je veerkracht kunt verhogen?

Maak vrijblijvend een zoom-afspraak om te bespreken wat ik voor je kan betekenen als coach, supervisor of als neuroplastician.